In de vorige aflevering zagen we al hoe we een oude werkbank opknapten. Zowel de poten als het blad kregen een opfrisbeurt. Boven de werkbank maakten we een gereedschapswand. Wanneer je een garage wil verwarmen, denk je misschien snel aan een gaskachel of een convector. Maar infraroodpanelen zijn een slimme, efficiënte keuze, zeker als je maar tijdelijk of plaatselijk warmte nodig hebt. Infraroodpanelen verwarmen niet de lucht, maar stralen directe warmte uit naar mensen en objecten. Dat maakt ze energiezuinig en ideaal voor slecht geïsoleerde of grotere ruimtes. Voor je aan de slag gaat, neem je best even de handleiding goed door. Elk paneel heeft zes bevestigingspunten, maar bij een verticale ophanging volstaat het om er vier vast te maken. Teken vooraf een schets met de juiste afstanden tussen die punten. Zo kun je alles straks exact overzetten op de muur en hang je het paneel stevig en correct op De verpakking is net zo groot als het paneel zelf – handig! Zo kun je eerst even uitproberen waar je het paneel precies wil ophangen. Heb je de juiste plek gekozen? Dan teken je de bevestigingspunten af. Met een lasertoestel en je markeringen zet je die punten makkelijk en precies over op de muur." Even nameten of alles klopt.. en dan kunnen we voorboren. Kijk, de gereedschapswand komt al van pas ! Gebruik een aangepaste steenboor en stel je schroefboormachine correct in, op de klopstand. Let wel: dit type bakstenen is vrij broos. Daarom kies je beter voor een boormachine waarmee je gecontroleerd en trager kunt werken. Met een klopboormachine loop je het risico dat de steen breekt of dat het gat te groot wordt. Neem dus je tijd—geduld is hier echt een schone deugd. Gebruik de meegeleverde pluggen en schroeven voor de bevestiging. Draai de schroeven nog niet volledig in de muur, want het infraroodpaneel moet er straks nog over gehaakt worden. Heb je alles juist opgemeten? Dan zou het nu perfect moeten passen... Oef! Alleen nog even aandraaien, en je eerste paneel hangt stevig op z’n plaats." Inderdaad, dat was nog maar het eerste paneel. Omdat de garage vrij groot is, hebben we ervoor gekozen om twee infraroodpanelen te plaatsen. Voor het tweede paneel volg je exact dezelfde werkwijze. Zo, dat paneel hangt er ook al. Nu moeten de infraroodpanelen nog aangesloten worden op de elektriciteit. Boven elk paneel bevestig je een verdeeldoos. Daarin maak je de elektrische aansluiting naar het paneel, en ook de draadloze ontvanger krijgt hier z’n plek. Zo werk je alles netjes en veilig af. Maak onderaan de verdeeldoos een gat en trek de kabel van het infraroodpaneel erdoor. Dat is alvast klaar voor straks. Nu moeten we de elektriciteit nog doortrekken. We meten en tekenen af hoeveel kabel we nodig hebben. Op de kabel staat een indexnummer dat verandert per lopende meter. Zo kun je snel zien waar je moet knippen. Neem altijd wat extra marge, zodat je vlot rond hoeken kunt werken en niet te kort komt. De elektriciteitskabel kan je wegsteken in kabelgoten, maar wij gebruiken dezelfde buizen als degene die er al hangen. Zo is het op dezelfde manier mooi afgewerkt. Meet op hoe groot de verschillende afstanden zijn en zaag op maat. Dat kan je gemakkelijk doen met de haakse slijper. Draag hiervoor altijd gezicht- en gehoorbescherming. Duw de kabel door de buisjes en leg dit opzij. De kabel met buis hang je vast met klemmen. Deze moeten in de muur vastgeschroefd worden, opnieuw met pluggen. Boor daarom voor. Wij gebruiken een steenboor 8. Zorg er voor dat je de kabels waterpas hangt, dat oogt mooier. En ook voor het andere infraroodpaneel doen we hetzelfde. Let erop dat je de panelen afdekt als je in de muur boort, anders kan er stof en vuil tussen de panelen geraken. Eenmaal de gaten geboord zijn, is de rest een koud kunstje: eerst de pluggen erin, dan de klemmen vastschroeven, en tot slot de buizen erop klikken. Neem de laatste aansluitingen van de infraroodpanelen erbij. Hierin zitten de thermostaat en de 2 draadloze ontvangers. Ook de handleidingen kan je hierin terugvinden. De thermostaat is voor straks, eerst sluit je de panelen aan op de elektriciteit. Bereid de draden in de verdeeldoos voor. Zowel de kabel die van de elektriciteitskast komt als de kabel uit het infraroodpaneel moet in de verdeeldoos zitten. Kort deze nog wat af indien nodig. Strip de kabels, zodat de koperdraad vrijkomt. Deze moeten 1centimeter gestript worden, niet meer, maar ook niet minder. Zo is je vrije koperdraad lang genoeg om tot het einde van de klemmen te komen, maar niet te lang zodat er geen koperdraad vrij zit. Haal er je plannetje bij, zo kan je niets missen. Gebruik steekklemmen met een hendel — die zijn het meest gebruiksvriendelijk. Begin met de blauwe draden, de nuldraden: die klem je samen. De fasedraad van de ontvanger sluit je aan op de fasedraad die uit de elektriciteitskast komt. Vervolgens verbind je de fasedraad van de verwarming met de geschakelde draad van de ontvanger. En ten slotte: de aardingsdraden, dat zijn de geel-groene, klem je ook netjes samen. Stop daarna alles netjes in de verdeeldoos en sluit ze af. En dan doe je net hetzelfde voor het tweede infraroodpaneel. De kabels uit de verwarming zijn multikoperdraad. Draai de uiteindes eerst goed aan voor je ze in de klemmen steekt — zo sluit alles beter aan. Controleer met een spanningstester of er stroom op de kabels staat. Sluit de stroom af vóór je verdergaat. Steek nu de twee kabels van de infraroodpanelen – links en rechts – in de verdeeldoos. Kort ze in als dat nodig is. Ontmantel de kabels en strip ze op precies één centimeter. Draai de oude verbindingsklemmen los — die vervangen we door nieuwe steekklemmen. In dit geval is het eenvoudig: steek alle draden van dezelfde kleur samen in één klem. Afdekkapje erop, stroom weer aan… en testen maar. Zo, er staat nu spanning op de infraroodpanelen. Die moeten we natuurlijk nog kunnen bedienen. Haal de thermostaat erbij en plaats de batterijen. De draadloze ontvangers die op de infraroodpanelen aangesloten zijn, moeten nog gekoppeld worden aan de thermostaat. Raadpleeg de handleiding voor de juiste werkwijze. In ons geval doen we dit twee keer, omdat we twee panelen hebben. Om de thermostaat niet te verliezen, hang je deze best nog op. De thermostaat beschikt over vier standen: automatisch, manueel, vakantie en uit. Wij gebruiken de manuele modus, aangezien we niet op vaste tijdstippen in de werkplaats werken. Zo kunnen we zelf bepalen wanneer het wat warmer mag zijn. De verwarming even testen.. Ja! Die werk! En nu vlug terug uit, zoals je kan zien is het op dit moemnt al warm genoeg in de garage. We hangen de boxen in de breedte op, dus meten we de korte zijde. Zet die maat over op een houten balk en zaag op maat met de afkortzaag. We voorzien twee boxen van dezelfde afmeting, dus hebben we vier balkjes nodig. Zo, die hebben we niet meer nodig. Meet eerst de hoogte van de boxen en zet die maat over op de muur. Pas de boxen even om te zien waar ze het best tot hun recht komen. Meet daarna alles nauwkeurig op en teken de juiste positie af. De boxen moeten er straks netjes tussen schuiven, dus aandachtig meten en tekenen is belangrijk. Zorg er natuurlijk ook voor dat de boxen waterpas hangen. Voor het ophangen van de balken gebruiken we balkhoeken uit ruwstaal. Die zijn stevig en dankzij de voorgeperforeerde gaten makkelijk te bevestigen. Teken de boorgaten over op de muur. Zoals je ziet gebruiken we hiervoor wel een klopboormachine. We werken namelijk met grotere pluggen van 10 millimeter, en dan lukt het minder goed met een gewone schroefboormachine. We gebruiken slechts 2 van de 3 gaten, dat is zeker voldoende. Twee schroeven zullen volstaan om de balken op te hangen. Nu enkel nog de balkjes erop vijzen. Schuif er al meteen een box over, zo heb je meteen de perfecte tussenafstand. Teken de gaten over en schroef de balken vast op de balkhoeken. Voila, da’s handig! Ondertussen komen de kindjes terug van het zwemmen. Je hebt natuurlijk liever niet dat al dat natte gerief zomaar op de garagevloer belandt. Om dit in op te bergen hebben we speciale waterdichte opbergboxen. Met de wieltjes eronder kunnen zelfs de kleinsten – of in dit geval toch iets grotere kinderen – ze makkelijk verplaatsen. Het rubber tussen de box en het deksel zorgt ervoor dat alles écht droog blijft. Met de bevestigde ring verlies je het deksel niet, zelfs niet als de box eens meegaat naar het strand... of het zwembad. En toegegeven: soms doen ze ook dienst als zitbankje. De werkbank kan nu ook op z’n plaats. De lades mogen er terug in en ook de onderste planken leggen we terug. Heb je deze aflevering gemist? Herbekijk deze dan zeker op onze website en vergeet je niet te abboneren op onze nieuwsbrief voor nog meer klusadvies!